Vennootschapsbelasting

Taakvelden

Nr.

Taakveld omschrijving

090

Vennootschapsbelasting (VpB)

Met ingang van 2016 zijn publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals een gemeenschappelijke regeling en gemeenten, Vennootschapsbelasting (VpB) plichtig indien en voor zover zij een onderneming drijven. Er is sprake van een onderneming indien cumulatief voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

· Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
· die deelneemt aan het economische verkeer;
· met het oogmerk om winst te behalen.

Als aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan dan wordt de betreffende activiteit aangemerkt als een onderneming. Het gevolg daarvan is dat de onderneming (lees: gemeente) een aangifte VpB moet indienen bij de belastingdienst.

Reeds in 2015 zijn wij gestart met een traject met als doel de effecten van de VpB op onze gemeente helder te krijgen. Dit traject bestaat uit onderstaande fase:

  1. Aan de hand van de realisatiecijfers 2014 bepalen (op boekingsniveau) welke baten wij ontvangen voor welke doeleinden; (afgerond)
  2. Voor iedere activiteit waar baten voor ontvangen worden bepalen of de activiteit winstgevend of verlieslatend is. Hiervoor moet een dossier aangelegd worden met een complete onderbouwde motivatie. Waarmee over enkele jaren (zodra de belastingdienst komt controleren) richting de belastingdienst overtuigend aangetoond kan worden of er al dan niet sprake is van een onderneming. (afgerond)
  3. Inrichting administratie en organisatie op de nieuwe VpB plicht. (Afgerond voor eind 2016)

Het resultaat van fase 2 zal worden verwoord in een grondslagendocument. Dit document geeft weer welke uitgangspunten en aannames gedaan zijn en waarom er besloten is zodanig te handelen. Dit document zal gebruikt als grondslag voor de aangifte VpB en als basis voor de gesprekken met de belastingdienst. Het betreft een dynamisch document dat continu zal moeten worden bijgehouden. Immers, het al dan niet vallen van een bepaalde taak onder de VpB is afhankelijk van de "Feiten en omstandigheden". Wijzigen deze, dan kan ook de belastingplicht wijzigen. Een goede communicatie met de belastingdienst is van groot belang hiermee worden (nare) verrassingen achteraf voorkomen. Onlangs heeft het eerste gesprek met de belastingdienst, met medewerkers van Bureau Belastingplicht Overheidsondernemingen (BBO) plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek is de huidige stand van zaken doorgesproken en zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de 'samenwerking' met het BBO.

Lopende fase 2 zijn wij tot de conclusie gekomen dat van alle activiteiten 'slechts'  het grondbedrijf aangemerkt zal gaan worden als winstgevende onderneming. Om te kunnen bepalen wat de daadwerkelijke belastingdruk op het grondbedrijf gaat worden dient het BBV resultaat gecorrigeerd te worden naar het fiscale resultaat. In het oog springende verschillen tussen de beide winstbepalingen zijn:

  • Slechts de werkelijk betaalde rente mag als kosten opgevoerd worden;
  • grondbedrijf vreemde activiteiten moeten geëlimineerd worden;
  • toekomstige prijsstijgingen mogen niet opgevoerd worden als kosten/baten;
  • kapitaalstortingen en onttrekkingen moeten geëlimineerd worden.

Nadat bovenstaande correcties uitgevoerd zijn komen wij tot onderstaande (voorlopige) cijfers:

In de kolom "2021 e.v." staat de totale af te dragen vennootschapsbelasting vanaf 2021 tot en met het laatste jaar van de betreffende grondexploitatie.

Het belastingtarief van de VpB is als volgt:

Winst

Tarief

≤ € 200.000

20,00%

> € 200.000

25,00%

Bovenstaande berekeningen zijn nog voorlopig, maar geven een goede indruk van de te verwachten belastingdruk. In 2017 zal de eerste aangifte VpB gedaan worden, verwacht wordt dat het enkele jaren zal duren voor dat de eerste aangifte definitief vastgesteld zal worden door de fiscus.