Paragraaf A: Lokale heffingen

Inleiding

De gemeentelijke heffingen zijn na de doeluitkeringen en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds de belangrijkste bron van inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen doen wij verslag van:

  • de geraamde inkomsten;
  • het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
  • de berekeningswijze van de gemeentelijke tarieven en welke beleidsuitgangspunten hieraan ten grondslag liggen;
  • de ontwikkeling van de lokale lastendruk; en
  • het kwijtscheldingsbeleid.

Wat betreft de tariefberekening is 2017 een bijzonder jaar. Het is de eerste keer dat de ABG-organisatie de berekeningen voor de drie gemeenten opstelt. In dit kader zijn de huidige tariefberekeningen van de ABG gemeenten met elkaar vergeleken, om inzicht te krijgen in de verschillen tussen de gemeenten.
Als gevolg van de ambtelijke fusie zijn sommige uitgangspunten bij de tariefberekening niet langer houdbaar. Het betreft hier met name de afvalstoffen- en rioolheffing. In die gevallen is gezocht naar een uniforme aanpak voor de ABG gemeenten. Daarnaast is er sprake van een omvangrijke wijziging van het BBV, welke onder andere inhoudt dat de toerekening van rente en overhead verandert.

Lokale heffingen

De lokale heffingen zijn met € 5 mln goed voor 27% van de gemeentelijke inkomsten in Alphen-Chaam. In onderstaand overzicht zijn de inkomsten voor de jaren 2015 tot en met 2017 weergegeven. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in gebonden heffingen (aan te wenden voor doel) en ongebonden heffingen (vrij besteedbaar).

Heffingen

Begroot
2017

Begroot
2016

Realisatie
2015

Gebonden heffingen

Rioolheffing

1.284.000

1.276.000

1.221.989

Afvalstoffenheffing

946.615

946.400

1.043.495

Grafrechten

39.289

38.900

28.288

Bouwleges

355.695

352.174

380.340

Secretarieleges

221.476

219.283

209.600

Markten en kermissen

2.234

2.166

8.725

Totaal Gebonden heffingen

2.849.309

2.834.923

2.892.437

Vrij besteedbare heffingen

OZB Woningen eigenaren

1.289.000

1.252.000

1.150.508

OZB Niet-woningen gebruikers

256.000

251.000

206.509

OZB Niet-woningen eigenaren

450.000

441.000

405.502

Toeristenbelasting

155.540

154.000

153.757

Forensenbelasting

34.340

34.000

42.597

Totaal Vrij besteedbare heffingen

2.184.880

2.132.000

1.958.873

Totaal opbrengsten

5.034.189

4.966.923

4.851.310

Gebonden heffingen

Bij de gebonden heffingen is kostendekkendheid het uitgangspunt. De gebruiker betaalt in principe de integrale kosten van de geleverde producten en diensten. Een meer dan kostendekkende heffing is niet toegestaan; daarentegen kunnen bestuurlijke overwegingen aanleiding zijn tot het vaststellen van lagere tarieven.

Het BBV schrijft voor dat gemeenten in de paragraaf lokale heffingen inzicht verschaffen in de berekeningswijze van de gemeentelijke tarieven. Naast de kosten op de betreffende taakvelden wordt namelijk nog een aantal posten extracomptabel toegerekend aan de tarieven, zoals overhead, rente en BTW. Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op de tariefberekeningen van de afvalstoffen-, de rioolheffing en de gemeentelijke leges.

Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht om huishoudelijk afval op te halen. Van de opbrengst betaalt de gemeente de kosten voor het inzamelen en verwerken van restafval, gft-afval, plastic afval, klein chemisch afval, oud papier, glas en de exploitatie van de milieustraat.

Inwoners van Alphen-Chaam betalen een vast tarief per jaar, afhankelijk van de samenstelling van het huishouden (een- of meerpersoonshuishouden). Voor het gebruik van een extra gft- en/of restcontainer worden daarnaast aanvullende kosten berekend.  De afvalstoffenheffing wordt geïncasseerd door Brabant Water.

De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing, dit houdt in dat de geïnde gelden aangewend moeten worden voor het doel. Uitgangspunt in Alphen-Chaam is een 100% kostendekkende afvalstoffenheffing: de tarieven bewegen mee met de ontwikkeling van de toerekenbare kosten.
De voorziening Afvalstoffenheffing vormt sluitpost van de exploitatie. De voorziening heeft een egaliserende functie, ze kan worden gebruikt om via het tarief te sparen voor grote uitgaven in de toekomst (onderhoud, vervanging) of om ongewenste schommelingen van het tarief op te vangen.
In onderstaande tabel is de exploitatieopzet van de afvalstoffenheffing 2017 afgezet tegen die van 2016.

2016

2017

Kosten taakvelden incl. (omslag)rente

785.960

624.193

Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen

-128.470

-116.958

Netto kosten taakveld afval

657.490

507.235

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

180.000

180.000

BTW

95.972

129.168

Totale kosten

934.091

816.403

Opbrengst heffingen

934.091

934.091

Mutatie voorziening
(positief=toevoegen, negatief=onttrekken)

0

117.688

Uit de tabel valt af te lezen dat het huidige tarief voor een bedrag van € 117.688 meer dan kostendekkend is. De toerekenbare kosten voor de heffing zijn per saldo met € 117.688 afgenomen ten opzichte van 2016. Het verschil wordt met name veroorzaakt door het aanbestedingsvoordeel op de verwerkingskosten huishoudelijk restafval. Hierbij wordt opgemerkt dat het voordeel deels teniet wordt gedaan in de nieuwe kostprijsberekening, onder andere doordat de lasten van kwijtscheldingen en de btw over de inzamelingskosten vanaf 2017 worden meegenomen.

In de perspectiefnota 2017-2020 is gemeld dat het tarief naar verwachting omlaag kan als gevolg van het aanbestedingsvoordeel op de verwerkingskosten huishoudelijk restafval. Zoals hierboven toegelicht heeft de nieuwe exploitatieopzet een dempend effect op het aanbestedingsvoordeel. Op basis van de exploitatieopzet 2017 kan het tarief in principe verlaagd worden.
Vanaf 2018 wordt echter verwacht dat de lasten voor de afvalinzameling toenemen als gevolg van wijzigingen in het inzamelingssysteem. Deze wijzigingen zijn gericht op het behalen van de gemeentelijke afvaldoelstellingen. Het overschot van € 118.000 is daarom niet meegenomen in de tariefberekening en wordt  toegevoegd aan de voorziening. Het tarief blijft dus ongewijzigd.

In onderstaande tabel wordt het tariefvoorstel 2017 afgezet tegen het tarief 2016.

2016

2017

wijziging

Eenpersoonshuishoudens

€ 176,00

€ 176,00

n.v.t.

Meerpersoonshuishoudens

€ 258,00

 € 258,00

n.v.t.

Rioolheffing

Voor de afvoer van afvalwater en de zuivering daarvan, heeft de gemeente de plicht om voor een goed werkend rioleringsstelsel te zorgen. Ook heeft de gemeente de zorgplicht om de grondwaterstand en de afvoer van hemelwater (regenwater) te beheren. Om al deze watertaken te bekostigen wordt er één belasting geheven, de rioolheffing.
De gemeentelijke watertaken gaan gepaard met relatief grote uitgaven en hebben een langjarige planning. In het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) 2014-2018 is het onderhoud aan het rioleringsstelsel voor de komende 60 jaar in kaart gebracht.

Binnen de rioolheffing wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en niet-woningen:

  • Voor woningen geldt een vast bedrag, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens.
  • Voor niet-woningen is de hoogte van de heffing afhankelijk van het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.

De rioolheffing is, evenals de afvalstoffenheffing, een bestemmingsheffing. Ook hier is een 100% kostendekkende heffing het uitgangspunt in Alphen-Chaam. In onderstaande tabel is de exploitatieopzet van de rioolheffing 2017 afgezet tegen die van 2016.

2016

2017

Kosten taakvelden incl. (omslag)rente

966.984

895.338

Inkomsten taakvelden, excl. Heffingen

-1.068

-1.068

Netto kosten taakveld riolering

965.916

894.270

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

108.000

108.000

BTW

201.000

227.306

Totale kosten

1.274.916

1.229.576

Opbrengst heffingen

1.276.633

1.284.000

Mutatie voorziening
(positief=toevoegen, negatief=onttrekken)

1.717

54.424

Uit de tabel valt af te lezen dat het huidige tarief van de rioolheffing in 2017 voor een bedrag van € 54.000 meer dan kostendekkend is. De toerekenbare kosten voor de heffing zijn per saldo met € 45.000 afgenomen ten opzichte van 2016. Het verschil wordt met name veroorzaakt door de lagere kapitaallasten als gevolg van de notitie rente van de commissie BBV (€ 149.000). Evenals bij de afvalstoffenheffing wordt opgemerkt dat het voordeel deels teniet wordt gedaan in de nieuwe kostprijsberekening. Hiertegenover staan € 78.000 aan extra toerekenbare lasten (sloten maaien, onkruidbestrijding, kwijtschelding belasting e.d.) en hogere btw lasten (€ 26.000). Aan de opbrengstenkant is in de begroting rekening gehouden met € 7.000 extra inkomsten (areaaluitbreiding).

Bij de behandeling van de perspectiefnota 2017-2020 is melding gemaakt van het nadeel wat ontstaat als gevolg van de notitie rente 2017 van de commissie BBV (tussen de € 200.000 en € 250.000). Zoals hierboven toegelicht valt het nadeel uiteindelijk lager uit.
Op basis van de exploitatieopzet 2017 kan het tarief in principe verlaagd worden. Toch wordt voorgesteld om het tarief constant te houden vanaf 2017. Het huidige VGRP gaat uit van een  jaarlijkse stijging van het tarief met 4,7% in de jaren 2025-2031. Door nu het tarief constant te houden en extra te doteren aan de voorziening VGRP hoeft het tarief straks in deze jaren minder hard te stijgen.

Ten behoeve van de sluitende exploitatie wordt het overschot in 2017 toegevoegd aan de voorziening riolering.

In onderstaande tabel wordt het tariefvoorstel 2017 afgezet tegen het tarief 2016.

2016

2017

wijziging

Eenpersoonshuishouden

€ 249,72

€ 249,72

n.v.t.

Meerpersoonshuishouden

€ 310,80

€ 310,80

n.v.t.

Bedrijven tot 500 m3

€ 310,80

€ 310,80

n.v.t.

Bedrijven 500 - 3500m3

€ 550,44

€ 550,44

n.v.t.

Bedrijven groter dan 3500 m3

€ 3.393,84

€ 3.393,84

n.v.t.

Recreatieterrein per m3 afgevoerd water

€ 0,66

€ 0,66

n.v.t.

Retributies

Retributies of rechten komen in vele vormen voor. Er is echter een grote gemene deler. Retributies worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan een individu of een van haar bezittingen ter beschikking stelt. Voorbeelden van retributies zijn leges, markt- en standplaatsgelden en lijkbezorgingsrechten (grafrechten).

In de begroting 2017 is uitgegaan van een tariefstijging van 1% (inflatiecorrectie) voor de retributies. Er is voor 2017 geen kostendekkendheidsanalyse opgesteld. Uit analyses uit voorgaande jaren is gebleken dat de tarieven nog onder het kostendekkende niveau zitten. Belangrijk aandachtspunt momenteel is de mogelijke harmonisatie van de legestarieven. In tegenstelling tot de afvalstoffen- en rioolheffing bestaan de toerekenbare lasten aan de gemeentelijke leges hoofdzakelijk uit kosten van bedrijfsvoering. Dit wordt afzonderlijk meegenomen bij de behandeling van de legesverordening 2017.

Ongebonden heffingen

De ongebonden heffingen zijn een belangrijk politiek instrument en maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijk (belasting-)beleid. De heffingsinkomsten zijn in principe vrij besteedbaar.

In de perspectiefnota 2017 is opgenomen dat de belastingopbrengsten jaarlijks worden aangepast aan de prijsontwikkelingen (1% per jaar), met uitzondering van de OZB en de toeristenbelasting.

Onroerende zaakbelasting

Inwoners betalen onroerendezaakbelasting (OZB) als zij op 1 januari van een belastingjaar eigenaar zijn van een woning of gebruiker en/of eigenaar van een niet-woning. De OZB is gebaseerd op de WOZ-waarde.

De gemeente heeft bij het jaarlijks vaststellen van het tarief voor de OZB beleidsvrijheid. Hierbij wordt vanuit het Rijk wel een voorwaarde gesteld: de jaarlijks opnieuw vast te stellen macronorm. De macronorm voor de OZB is voor 2017 vastgesteld op 1,97%. Dit wil zeggen dat de totale inkomsten uit OZB voor heel Nederland niet meer mogen stijgen dan 1,97% ten opzichte van 2016. Er zijn geen sancties op gemeentelijk niveau, wel op landelijk niveau. Denk hierbij aan het doorvoeren van een verlaging van het macrobudget voor de algemene uitkering.

De gemeente bepaalt de OZB-aanslag op basis van de getaxeerde waarde van de onroerende zaak (de WOZ-waarde). Deze waarderingsgrondslag wordt jaarlijks middels hertaxatie, volgens de regels in de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ), vastgesteld. Het beleid tot nu toe is altijd geweest dat de OZB-opbrengst niet beïnvloed wordt door de hertaxaties van het onroerend goed. Met andere woorden: als de totale waarde van het onroerend goed daalt, als gevolg van lagere taxatiewaarden, zullen de OZB-tarieven extra stijgen zodat de totale opbrengst gelijk blijft. Net als in voorgaande jaren zal ook voor 2017 dit beleidsuitgangspunt gehanteerd worden.

In de begroting wordt rekening gehouden met stijging van de OZB opbrengsten van 2017: 2%, 2018: 1%, 2019: 1% en 2020: 1%.

Voorstel tarieven 2017

2016

2017

Woningen eigenaren

0,1074%

n.t.b.

Niet-woningen eigenaren

0,1407%

n.t.b.

Niet-woningen gebruikers

0,1050%

n.t.b.

De WOZ waardering is ten tijde van het opstellen van deze begroting nog niet bekend, waardoor de tarieven nog niet berekend kunnen worden.

Toeristenbelasting

Voor personen die niet staan ingeschreven in de gemeente heffen wij een toeristenbelasting als zij blijven overnachten in een hotel, een pension of een ander vakantieonderkomen. Voor de toeristenbelasting zijn de houders van de hotels, pensions en campings belastingplichtig. Zij kunnen het tarief aan de toerist doorberekenen.

De belasting wordt berekend over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen. Afgesproken is dat het tarief gedurende de zittingsperiode van de raad niet verandert.

Voorstel tarieven 2017

2016

2017

wijziging

Percentage verblijfsvergoeding

3,6%

3,6%

n.v.t.

Forensenbelasting

Forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

De belasting wordt berekend over de waarde van de woning: de WOZ-waarde of (indien deze niet vastgesteld is) de waarde in het economische verkeer. Bij het schrijven van dit document zijn de nieuwe WOZ-waardes nog niet bekend. Hierdoor zijn de grenswaardes van de belastingschijven nog niet bekend.

Voorstel tarieven 2017

2016

2017

wijziging

waarde tot € xxxxx

€ 268,00

€ 271,00

+1%

waarde van € xxxxx tot € xxxxx

€ 348,00

€ 351,00

+1%

waarde van € xxxxx tot € xxxxx

€ 456,00

€ 461,00

+1%

waarde vanaf € xxxxx

€ 587,00

€ 593,00

+1%

Ontwikkeling van de lokale lastendruk

Jaarlijks brengt het Coelo (het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) een Atlas van de lokale lasten uit. Daarin is op het vlak van de lokale lastendruk een vergelijking van alle Nederlandse gemeenten gemaakt. Uitgangspunt voor de berekening van de lokale lastendruk zijn de lasten OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden.
De volgende tabel geeft de meerjarige ontwikkeling van de lokale woonlasten weer voor de jaren 2015-2017:

Woonlasten

2015

2016

2017

Onroerende zaakbelasting

€ 294

€ 305

€ 311

Afvalstoffenheffing

€ 259

€ 258

€ 258

Rioolheffing

€ 275

€ 311

€ 311

Totaal woonlasten

€ 828

€ 874

€ 880

Stijging (Absoluut)

€ 27

€ 46

€ 6

Stijging (Relatief)

3%

6%

1%

Gemiddelde woonlasten Noord-Brabant (COELO)

€ 704

€ 714

n.n.b.

Uitgangspunten berekening Alphen-Chaam:

  • OZB: gemiddelde woningwaarde op waarde peildatum;
  • Afvalstoffenheffing: tarief meerpersoonshuishouden;
  • Rioolheffing: tarief meerpersoonshuishouden.

Kwijtscheldingen

Zoals binnen onze gemeente gebruikelijk bestaat de mogelijkheid om voor de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffingen jaarlijks een verzoek om kwijtschelding in te dienen. Personen die aan de voorwaarden voldoen (betrokkenen hebben geen vermogen en de betalingscapaciteit is te laag om de aanslag te betalen), kunnen door het indienen van een dergelijk verzoek voor één of beide heffingen kwijtschelding ontvangen. In de tariefberekeningen voor de afvalstoffen- en rioolheffing is rekening gehouden met de inkomstenderving door kwijtschelding.